Verslikte me bijna in mijn te hete espresso bij het horen van Zwagers-Maartens achter mij. Verrek mijn trouwnaam. Ik had gefocust op de witte deur van de dok van het eerste onderzoek vóór mij. Ik bleef pardoes met achterkant suède rokje aan de leuning hangen en trok daarna de stoel op wieltjes bijna mee het spreekkamertje in. Na het kleed-je-maar-uit bevel bleef het stil. Ik ging in mijn ondergoed voor zijn bureau zitten, in de gewone stoel. ‘Nee, niet hier, dáár’ wees hij naar het krukje naast behandeltafel in het onderzoekszijkamertje. De UV-lamp en zijn hand over mijn rug. ‘Keurig. En bruin.’ Terwijl ik mijn bh paniekerig niet meer vastkreeg op mijn rug gaf hij over zijn bril heen kijkend hoog op over die Bethametas€&$£^%crème. Ik deed goed met hem mee. Aan zijn bureau bromde hij staccato nog wat na. Dat ik nog wat gevoelig kan reageren op de zon of op warmte. Hij stopte. Ik kon gaan. Dat ging mij te snel. Vijf weken huidellende, niet kunnen zweten, benen armen vol jeukende bulten die plekken werden. Rillende in de zomernacht. Uit de zon louter schaduw flitste voorbij. Ik ontfutselde hem nog maar wat tubes vette crème. ‘Je bent er nou toch’ besloot hij. Ik kwam
net op dreef toen hij mij een hand gaf. Met het recept en de grote vraag van het waarom van een aquarium liep ik naar buiten.
Bezoek dermatoloog 22 september 2016