Voor de 25ste editie van De Week Van Het Zeeuwse Boek schreef ik drie sonnetten die ik voordroeg bij de feestelijke opening DWVHZB op zaterdag 26 november 2019 in de Oostkerk in Middelburg.
DWVHZB
1.
De klanken deinen heen en weer, ze wiegen
en rollen op de golven mee uit zee
die spuugt ze uit, de vloedlijn op: houvast,
de zandbodem verfijnt en slijpt ze rond.
De lichte letters veren, vluchten: vliegen
en waaien wulps met wuivend helmgras mee
dat fluistert zacht omarmt ze op de tast,
de klinkers vlammen op: oranjeblond.
Ze flirten met de medeklinkers, vonken
en smelten samen: woorden zoet en zilt
ze zakken weg in bonken vruchtbaar klei.
Ze kiemen steken fier hun kopjes lonken
en zoeken naar de tekens in het wild
ze zingen, springen hoog zijn o zo blij.
2.
Ze zingen, springen hoog en o zo blij
en vangen fluks meer woorden uit de lucht,
de zinnen dartelen naar hartenlust
totdat ze omvallen van puur plezier.
Ze zetten nieuwe vondsten op een rij
en spelen tot de rode avond zucht,
de werkjes nat door blauwe inkt gekust
totdat ze één zijn op gedroogd papier.
Verhalen rijzen schrijvend uit het klad,
de pagina’s gaan krullen van genot,
een brede sterke rug houdt alles vast.
Geheimen openbaren zich per blad,
de clou, van het begin tot aan het slot,
de boeken pareltjes voor elke gast.
3.
De boeken: pareltjes voor elke gast,
ontstaan uit hoeken, gaten, krochten van
de ziel, van schrijvers of BN’ers en
van nu of vroeger, uit de vorige eeuw.
Verhalen uit de losse pols of vast
omlijnd bedacht, non-fictie met een plan
ontsproten uit het schrijversbrein een pen
geboren of getogen: altijd Zeeuw.
Verhalen zongedroogd heel dun of kloek,
gehard door straffe wind maar wonderschoon
goed ingedijkt: ze zullen nooit vervliegen.
Al vijfentwintig jaar het Zeeuwse boek,
cadeautjes met een zilte ondertoon
de klanken deinen heen en weer, ze wiegen…
Super mooi weer, wauw!